Een brief aan Charles Darwin Ter ere van 200 jaar Charles Darwin (1809-1882)
Verschenen in: De Volkskrant
Geachte Charles Darwin,
Ik wil u feliciteren met de 150ste verjaardag van uw briljante idee. Een eenvoudig idee dat onze kijk op de wereld drastisch veranderde. Voor uw ontdekking van evolutie door middel van variatie en selectie was de wereld gevuld met raadsels. Raadsels die zwommen, vlogen, aten, renden en groeiden, kortom: al het leven op aarde, en vooral de diversiteit ervan, van de kleinste bacterie tot de grootste blauwe vinvis, was één groot mysterie. Men kon toen bijna niet anders dan in al dat gewriemel en gekronkel, de handtekening van een opperwezen zien. Na uw ontdekking zag de wereld er voorgoed anders uit. Volgens sommigen is hij er droeviger op geworden, met al dat overleven van de sterkste, die bikkelharde concurrentiestrijd om te overleven doorspekt met wreedheid, moord en verkrachting. Voor anderen is de wereld begrijpelijker geworden. We weten nu hoe al die miljoenen soorten konden ontstaan. En sommigen zien de natuur, en vooral de menselijke natuur, zelfs hoopvol in. Wat we nu, 150 jaar na uw grote ontdekking, over de mens weten, is in zekere zin goed nieuws. De mens is van nature goed. Toegeven, met al die concentratiekampen, atoomwapens en folterkamers zou men dat op het eerste zicht niet denken, maar toch blijkt dat de mens een wezen is begiftigd met een hoge moraal, zeker vergeleken met heel wat andere diersoorten. Deze hoge moraal geldt vooral voor familieleden, vrienden en kennissen. Bij de mens overleeft niet de sterkste, maar diegene met de beste reputatie, die vaak de meest betrouwbare, intelligente en behulpzame is. Ik moet u daarom feliciteren, mijnheer Darwin, want u zag dit al 150 jaar geleden in, en u was toen zelfs zo stoutmoedig om morele sentimenten toe te schrijven aan andere diersoorten dan de mens, zoals mensapen.
Uiteraard zal u ook zeer verheugd zijn te vernemen dat anno 2009 uw evolutietheorie niet enkel beperkt is gebleven tot de biologie. Zoals voor alle grote wetenschappelijke ontdekkingen geldt, zorgde de evolutietheorie voor omwentelingen ver buiten uw eigen vakgebied. Vandaag is het concept evolutie doorgedrongen in de sociologie (mensen die als kuddedieren vaak irrationele beslissingen nemen), de geneeskunde (bacteriën die resistent worden tegen antibiotica), de psychologie (er zijn evolutionaire redenen waarom vooral mannen liever met een grote suv evenveel in de file staan als met een kleine wagen), de geologie (er moet maar één fossiel in een niet passende kleilaag gevonden worden en heel uw theorie zou in elkaar storten), de taalkunde (ons vermogen om taal te leren blijkt een voorgeprogrammeerd instinct te zijn), de genetica (sommige genen die we terug vinden in onze hersenen zijn ook al aanwezig in gist), de informatica (evolutionaire computerprogramma’s kunnen zichzelf schrijven), de embryologie (iedereen heeft ooit vinnen en een staart gehad), enzovoort. Evolutionaire verklaringen en inzichten sluipen zelfs esoterische vakgebieden binnen, zoals de esthetiek, moraliteit en religie. De manier waarop onze oogcellen geschakeld zijn bijvoorbeeld kan verklaren waarom we een Mondriaan mooi vinden. Neurowetenschappers brengen de hersengebieden in kaart die een rol spelen bij moraliteit (en binnenkort zullen de eerste sondes geïmplanteerd worden die het besef van goed en kwaad kunnen beïnvloeden), en ondertussen worden boeken vol geschreven met evolutionaire verklaringen voor de reden waarom mensen zo gelovig zijn. God blijkt een soort van ultiem alfa-mannetje te zijn dat bedacht werd door hersenen die achter alles bedoelingen en intenties zien, van planten die niet willen groeien en het feit dat het tijdens droogte niet wil regenen tot een kosmos die niet zonder reden kan ontstaan zijn.
Het leidt geen twijfel dat uw evolutietheorie één van de belangrijkste wetenschappelijke theorieën aller tijden is, waarvan de validiteit ontelbare keren bewezen is en die in anderhalve eeuw geen enkele steek heeft laten vallen. De grote ironie is echter dat uw theorie heel wat tegenstand kent. Hoewel heel wat geleerde geesten beweren dat wetenschap en religie twee gescheiden zaken zijn die elk de werkelijkheid op hun eigen manier verklaren, voelen veel mensen dit niet zo aan. Voor velen vormt uw evolutietheorie een aanval op hun geloof. Evolutie zegt niet dat God niet bestaat, maar maakt Zijn bestaan wel overbodig. Een god is niet meer essentieel om de mens te scheppen. Voor heel wat gelovigen is dit een weinig aantrekkelijke gedachte, en eigenlijk hebben ze volkomen gelijk.
Hoogachtend,
Kris Verburgh
Kris Verburghs tweede boek ‘Fantastisch!’ gaat over wetenschap, filosofie en religie. Verburghs eerste boek ‘Schitterend! Over het universum’ werd genomineerd voor de Eureka-Wetenschapsprijs.