Over geluk en gelukkig zijn
Hoe kan je gelukkig(er) worden? Hiervoor heb ik een model opgesteld dat uit drie peilers bestaat. Elke peiler op zich maakt het makkelijker om het geluk te vinden. De drie pijlers zijn: Pijler 1: identiteit of zelfkennis Om gelukkig te zijn, doe je er goed aan te weten wat geluk is, waarom het zo vluchtig is en waarom het bestaat. Pijler 2: creativiteit Mensen zijn vaak het gelukkigst wanneer ze creatief bezig zijn, en zo het verstrijken van de tijd en hun ik-besef vergeten. Hoe meer dat we vergeten dat we bestaan, hoe gelukkiger we zijn! Pijler 3: spiritualiteit Hiermee worden geen lichtengelen, chakra’s of kwantumvelden bedoeld, maar een nieuw soort spiritualiteit dat gevoed wordt door kennis en verwondering over de wereld om ons heen. EERSTE PIJLER: IDENTITEIT OF ZELFKENNIS Mensen zijn door de natuur niet gemaakt om continu gelukkig te zijn. Onder 'natuur' verstaan we het evolutieproces, dat niet alleen soorten creëert met hun specifieke anatomische structuren van vinnen tot vleugels, maar dat ook specifieke gedragspatronen in breinen kan programmeren. Onder die gedragspatronen verstaan we ook geluk. Onderzoek bij tweelingen en geadopteerde kinderen heeft uitgewezen dat hoe ‘gelukkig’ iemand is voor vijftig procent genetisch bepaald is. Dat is zowel goed als slecht nieuws. Het slechte nieuws is ons geluksgevoel al voor een deel vast ligt, en het goede nieuws is dat we voor een groot deel dit gevoel nog kunnen beïnvloeden. Waarom is het niet makkelijk de hele tijd gelukkig te zijn? Stelt u zich een verre voorouder voor, die vele honderdduizenden jaren geleden leefde en die altijd constant gelukkig zou zijn. Die verre grootouder heeft niet meer de drang voor steeds meer, groter en mooier. Deze continu gelukkige voorouder leefde echter temidden van stamgenoten die minder snel tevreden waren. Het is duidelijk dat onze gelukkige voorouder snel onder de voeten gelopen zou worden door stamgenoten die zich meer afsloven, omdat ze minder snel tevreden zijn. Deze laatsten zouden door hun drang naar meer ook meer macht, succes, aanzien, en zo ook partners krijgen. Hun genen zullen zich makkelijker verspreiden dan de genen van de eeuwige gelukzak. Aangezien het geluksgevoel voor een deel genetisch vastligt, zouden de genen doorgegeven worden die maken dat mensen minder snel gelukkig zijn. We zijn allemaal de nakomelingen van mensen die altijd hun uiterste best deden en niet vlug tevreden waren. Evolutionair gezien is het beter niet al te gauw in voortdurende gelukzaligheid op zijn lauweren te rusten. Het evolutieproces dat gedurende miljoenen jaren onze breinen (en zo ons gedrag) creëerde en bijschaafde, bewandelde verschillende paden om te beletten dat mensen voortdurend al te gelukkig zouden zijn. Om te beginnen bestaat er zoiets als gewenning ('habituatie' volgens psychologen). Gewenning zorgt ervoor dat we wennen aan chronische pijn, verdrietige gevoelens, hongergevoel en sterke prikkels, zoals bijvoorbeeld een luide knal. Wanneer we voor de tweede keer dezelfde luide knal horen, schrikken we minder op. Maar gewenning dimt ook onze prachtigste gevoelens. Gewenning is een krachtig gevoel. Onderzoek bij Lotto-winnaars toont aan dat een jaar nadat de winnaars de miljoenenpot binnenhaalden, ze niet gelukkiger waren dan voorheen. In plaats van zich te storen aan een lekke band, zijn ze geïrriteerd omdat hun privéjet in de onderhoudsgarage vertraging heeft. Een mens went aan alles, zelfs ultieme onmetelijke rijkdom. Waarom zouden we ons dan zo uitsloven om dingen te bereiken? Zodra we ze hebben bemachtigd, lijken ze als bij toverslag een pak minder de moeite waard. Dan is er onze neiging om altijd meer aandacht te besteden aan negatieve gevoelens dan positieve. Dit heeft evolutionair gezien ook nut: negatieve emoties zijn immers vaak gevaarlijker dan positieve, en negatieve emoties verdienen dus extra aandacht. Probeer daarom uw aandacht zo veel mogelijk te concentreren op de leuke en goede dingen die u gedaan of meegemaakt hebt, en hoedt u voor negatieve gedachten die nu eenmaal veel makkelijker de kop kunnen opsteken. Tenslotte is er nog ontevredenheid. Als groepswezens vergelijken we onszelf voortdurend met anderen. Vooral diegenen die beter zijn. Dit is ook een goeie zet van de evolutie: wezens die niet vlug tevreden zijn zullen altijd maar beter willen doen. Maar dat wil niet zeggen dat dit echt altijd goed is voor onszelf. Dat steeds maar knagende stemmetje van ontevredenheid kan ons jaloers en ongelukkig maken. Kortom, het is belangrijk om zichzelf te kennen. We moeten niet altijd streven naar meer, groter en beter gezien we zodra we dit niveau bereikt hebben, al vlug verzadigd zijn en nog meer willen bereiken. Als mensen rijk zijn geworden, dan willen ze nog rijker worden. Of ze willen macht en ze stellen zich verkiesbaar als senator of president. En als ze dan rijk en machtig zijn, willen ze geschiedenis schrijven. Enzovoort. Het feit dat we met een brein opgezadeld zitten dat niet snel tevreden is, maakt van elk van ons een beetje een Sisyphus die een steen tegen een berg probeert op te rollen. TWEEDE PIJLER: CREATIVITEIT Als we creatief bezig zijn, of genieten van de creaties van anderen (zoals wanneer we luisteren naar een muziekstuk of naar een film kijken), dan vergeten we dat we bestaan. Het ‘ik’-gevoel (of zelfbesef) verdwijnt. Als u naar een prachtig muziekstuk luistert, dan wordt u zodanig door de prachtige ritmes meegevoerd dat u even vergeet dat u bestaat en zijn er enkel nog maar klanken. Het zelfbesef verdwijnt naar de achtergrond. Wanneer u naar een boeiende film kijkt of een interessant boek leest dan wordt u helemaal meegezogen in de wereld van de personages. U vergeet uzelf. Een kunstenaar kan zo creatief in zijn werk opgaan, dat zijn 'ik' verdwijnt. Het is enkel nog maar het kunstwerk dat bestaat. Kortom, hoe meer we opgaan in een heerlijke ervaring, hoe minder zelfbesef er is. Om volledig vervoerd te worden moet het ik verdwijnen. Gelukkige mensen zijn mensen die vaak vergeten dat ze bestaan. Ze gaan op in hun eigen creatieve werken (door zelf te schilderen, beeldhouwen, bloemschikken, ...) of ze worden vervoerd door de creativiteit van anderen (door een meeslepende roman te lezen, een film te zien, een goed gesprek te voeren, ...). We kunnen dankzij creatieve bezigheden ons ikbesef naar de achtergrond verdringen, zodat we leuke ervaringen hebben. En dus gelukkig zijn. Dit vergeten van het ik is trouwens ook mogelijk bij een nieuwe vorm van spiritualiteit. Door veel te weten te komen over de wereld om ons heen, wordt de werkelijkheid fascinerend, en is alles nog boeiender. Als we dan bezig zijn met onze 'gewone' dagdagelijkse bezigheden, dan kunnen we tegelijk heel wat diepgang en zin putten uit die kennis. Genieten van het moment zelf, vrij van het verleden en onbezorgt voor de toekomst, is een belangrijke voorwaarde om gelukkig te zijn. DERDE PIJLER: SPIRITUALITEIT Religie is niet hetzelfde als spiritualiteit. Onder religie verstaan we het geloof in een goddelijk wezen dat dit heelal heeft geschapen, en alle verhalen, rituelen en dogma's die daarbij horen. Spiritualiteit definiëren we hier als het gevoel deel uit te maken van iets groters. Het is je voortdurend verwonderen over de wereld om je heen, en je ermee verbonden voelen. Sommige mensen hebben goden nodig om dat gevoel te ervaren, andere mensen kunnen zonder beroep te doen op opperwezens nog steeds heel wat zin en grootsheid in dit heelal vinden. Zulke personen waren bijvoorbeeld Albert Einstein of Richard Feyman, beiden de grootste natuurkundigen ooit, die niet gelovig waren, maar wel heel spiritueel. We kunnen heel wat zin, schoonheid en diepgang in de wereld om ons heen putten door ons te verdiepen in kennis en wetenschap die ons vertellen hoe prachtig en fascinerend de wereld in elkaar zit. Hoe al het leven met elkaar vervlochten is, en zelf verweven is met de sterren. Laten we het zo stellen: zelfs de meest banale dagdagelijkse bezigheden zijn wonderlijk omdat ze plaatsvinden temidden van een enorm universum en omdat ze uitgevoerd worden door wezens waarvan de complexiteit onbevattelijk is. De hemel boven uw hoofd telt honderd miljard melkwegen elk gevuld met honderden miljarden sterren, allemaal zonnen die leven aan andere werelden dan de aarde kunnen geven. U bestaat uit honderdduizend miljard cellen, die samenwerken om u in leven te houden. U denkt met een brein dat evenveel verbindingen telt als sterren in tienduizend melkwegen. Hoe meer we te weten komen over dat complexe universum en onszelf, hoe meer zin we in dit leven kunnen ontdekken. Verwondering, verkenning en verdieping vormen een voedingsbodem voor zin, en zelfs een nieuw soort spiritualiteit. Neem als voorbeeld de zon: Een dichter kan de zon omschrijven als brandende bol van vuur, als het hemel-oog van de dag, als de mysterieuze brenger van licht en leven. Terwijl de wetenschap de zon als een gele dwergster catalogiseert, die niet brandt door een goddelijke kracht of magische energie, maar dankzij kernfusie. De zon is niet goddelijk of mysterieus meer, het is niets meer dan een gigantische thermonucleaire reactor. Zo lijkt het althans op het eerste zicht. Maar de wetenschap heeft tegelijk nog zoveel meer ontdekt. De zon is een vijf miljard jaar oude ziedend hete bol van gas waarin een miljoen aardes passen. De zon is een ster, er bevinden zich zo’n driehonderd miljard zonnen in ons sterrenstelsel, de Melkweg. En enkel nog maar in het waarneembare heelal bestaan er minstens honderd miljard sterrenstelsels, die zo borg staan voor vijftien triljard zonnen. Net als mensen is de zon sterfelijk. Binnen vijf miljard jaar zal de zon ten onder gaan. Hierbij zal onze stervende ster eerst opzwellen, tot honderd maal haar oorspronkelijke doorsnede, waarbij Mercurius en Venus opgeslokt worden, om dan uiteindelijk in elkaar te storten tot een witte dwerg. Tegen dan zal de zon tien miljard jaar oud zijn geworden. Gedurende haar hele leven heeft ze elke seconde vier miljoen ton materie omgezet in pure energie, die ze het heelal instraalde om zo een achttal planeten te verwarmen, waaronder de aarde. Hoewel dichters nog altijd lyrisch de zon kunnen omschrijven, bieden kennis en wetenschap nog een extra dimensie aan de werkelijkheid. Wie staart naar de zon ziet niet enkel een vuurbol aan de hemel, maar een enorm grote, sterfelijke structuur die eens het leven aan de aarde gaf, maar het ooit in een verre toekomst terug zal nemen tijdens haar gewelddadige doodstrijd. Wetenschap maakt de wereld er niet killer op, maar juist fascinerender en interessanter. We kunnen hiervoor zelfs een nieuw woord uitvinden. Een woord dat slaat op personen die vinden dat wetenschap de wereld juist mooier maakt. Wat dacht u bijvoorbeeld van ‘emora’? Een emora is een emotioneel en rationeel persoon die zich laat ontroeren door wetenschap en kennis, en die zo in de wereld en in zichzelf meer diepgang, schoonheid en ontroering vindt. Amore (‘liefde’) en emora verschillen slechts twee letters van elkaar, en deze twee woorden hebben het volgende met elkaar gemeen: amore slaat op liefde tussen twee mensen, emora slaat op de liefde voor kennis over de fascinerende wereld om ons heen. Emorae (meervoud van emora, spreek uit: ‘emoree’) vinden dat kennis en wetenschap de wereld mooier maken, in plaats van killer. Wat de wetenschap afneemt en onttroont, geeft het weer terug onder andere vormen van verwondering. We kunnen voor het begrip emora ook bijvoorbeeld het woord ‘kennispoëet’ introduceren, of het begrip ‘kennisgevoel’. CONCLUSIE Drie pijlers tot geluk kunnen zijn: Identiteit of zelfkennis Iedere mens moet weten dat hij eigenlijk niet gemaakt is om continu gelukkig te zijn. Hij is door de natuur gemaakt om altijd te streven naar meer, naar bepaalde doelen die vervuld moeten worden. En hij kan pas (kortstondig!) gelukkig zijn wanneer deze doelen bereikt zijn. Een mens heeft in zijn leven doelen nodig. Maar het is best dat die doelen op zichzelf niet de bron van geluk zijn, want wanneer ze bereikt worden is geluk slechts kortstondig en vluchtig. Het geluk ligt besloten in de reis zelf naar die doelen. Creativiteit Tijdens die reis doen we er goed aan te genieten door op te gaan in het moment zelf, waarbij het ikbesef vervluchtigt. We kunnen genieten van dat moment zelf wanneer we creatieve dingen doen, of genieten van de creativiteit van anderen. Spiritualiteit We kunnen tijdens deze reis ook opgaan in het moment zelf door ons te verwonderen over de fascinerende wereld om ons heen, die temidden van sterren en melkwegen bestaat. Wetenschap en kennis kunnen een nieuw soort spiritualiteit voeden zodat elk moment van de dag bijna sacraal lijkt. Dit kennisgevoel maakt van ons een emora of kennispoëet. Bronnen: Dit model met zijn drie pijlers komt aan bod in het laatste hoofdstuk van 'Fantastisch!', Kris Verburgh, uitgeverij Houtekiet, 7de druk. |